Duel der damproblemisten

1 dec

Op 26 februari werd in ons eigen clubgebouw – De Schuifeldam – de laatste wedstrijd gespeeld in de Gelderse Hoofdklasse voor clubteams. Lunteren nam het op tegen Univé CTD uit Arnhem (beter bekend als Troesoe). De wedstrijd eindigde in een 10-6 overwinning voor DES (overwinningen van Jacco, Arno en Arjen) en daarmee werden we 5e in ons debuutjaar. Volgend jaar hopen we echter nog meer stappen omhoog te zetten en gezien de gemiddelde leeftijd van het team (soms kwamen we amper boven de 20 uit…) moet dat ook de doelstelling zijn. Zou DES daarmee trouwens een ‘jongste-team-record’ gevestigd hebben?

In de wedstrijd DES – Univé CTD was er tenminste één opvallende partij. Het duel der damproblemisten, want op bord 1 troffen Arjen Timmer en Leen de Rooij elkaar. Over het damgezegde ‘problemisten kunnen niet dammen’ laat ik me maar even niet uit…. Wel is met dit duel het vooroordeel weggenomen dat problemisten altijd op zetjes spelen, want die kwamen niet bovengemiddeld vaak voor in deze ‘streng positionele’ partij.


1. Arjen Timmer – Leen de Rooij


Diagram 2

Deze partij werd interessant nadat ik na de 25e zet druk kon gaan zetten op de lange vleugel van De Rooij. We komen halverwege dat plan binnen (rond de 40e zet), zie diagram 1. Ik speelde hier 34-29! Zwart is nu verplicht tot het passieve terugruiltje met (18-22) 29×20 (19-23) 28×19 (13×15) en zie diagram 2. Dit seizoen heb ik al vaker gelijksoortige standen op het bord gehad en dit één van de weinige partijen die ik daarna ook daadwerkelijk wist uit te bouwen tot winst. Dat ging zo: 32-28! Ik wilde niet zetten als (17-21-27×17) toelaten. (17-21) 28×17 (21×12) – ook een logische, maar passieve, terugruil – en zie diagram 3.


Diagram 3


Diagram 4

Diagram 3 is een interessante rekenstand. In eerste instantie lijkt het logisch om 36-31-27 te spelen. Echter na zetten als 36-31 (8-13) 31-27 (13-19) heeft zwart enigszins controle over de velden 23 en 24. En dat wil wit niet hebben Daarom is het belangrijk dat wit snel handelt en veld 24 pakt: 35-30! (8-13) 30-24! (3-9) 39-34 het moge duidelijk zijn dat zwart voor de remise moet spelen. De zet die nu volgt is zo ongeveer de slechtste zet van het bord (de speler die onder druk staat zal eerder een foutje maken!). (12-18)? 33-28! En zie diagram 4. Door 33-28 wordt de zwarte staart 9/13/18 geklemd en daarom staat zwart verloren. Het ging nog zo verder: (6-11) 34-29! (11-17) 28-23! (18-22) 23-19! Wit kan gewoon doorlopen. De Rooij probeerde nog het creatieve, edoch kansloze (22-28) 19×8 (9-13) 8×19 (28-33) 19-13 (33×31) 36×27 (17-22) 27×18 (26-31) de overblijvende 4 om 2 is snel gewonnen 13-8 (31-37) 8-3 (37-41) 18-12 (41-46) 12-7 (46-37) 7-2 (37-32) 3-25 (32-41) 29-23! En opgegeven. Een duel der damproblemisten wordt dus niet altijd gewonnen door een combinatie…

Waar blijven die fragmenten van andere dammers???
Arjen.