Arjen Timmer wint internationale wedstrijd

1 mei

Ook damproblemisten hebben wedstrijden en (inter)nationale (groot)meestertitels. Er zijn natuurlijk wel enkele verschillen tussen toernooien van damproblemisten en toernooien van partijdammers. Toernooien van damproblemisten duren veel langer, vanwege jurybeoordelingen die veel tijd vergen. Gevolg is dan ook dat er veel minder toernooien gehouden (kunnen) worden. In 2008 werd er door de Franse problemistenbond een wedstrijd georganiseerd, met 2 categorieën: een A-categorie van composities tot 7×7 en een B-categorie van composities met minimaal 7×8 of 8×7 tot 9×9. Voor wie de getallen niet direct begrijpt: dit is het aantal schijven dat wit en zwart mag hebben in de compositie, een toelatingseis dus. Ik deed mee in beide categorieën en in dit artikel bespreek ik de uitslag van de A-categorie.

Ik zond een tweetal composities in voor categorie A. Mijn eerste poging haalde niet heel veel punten, wat ik ook al wel verwacht had. Maar de betreffende miniatuur (want zo heet een compositie met schijvenmateriaal tot 7×7) is wel volledig in evenwicht én praktisch! Zie diagram 1.

                     

Diagram 1: Arjen Timmer                                           Diagram 2: Arjen Timmer

In diagram 1 wint wit door 1.38-32! 27×29 2.34×03 28-32 3.37×28 22×35 4.31-27 35-40 5.27-22 17×28 6.03×35 W+. Een eenvoudige compositie, die een jurybeoordeling kreeg van 103 punten (maximaal gegeven beoordeling was 153). Daarmee behaalde ik een 28e plaats. Diagram 1 is grappig, met witte actie en zwarte tegenactie. In een deelnemersveld van ruim 100 composities is een 28e plaats goed te noemen.

Mijn andere compositie is te zien op diagram 2. Hier had ik hogere verwachtingen van, omdat de compositie veel inhoudsrijker is dan mijn eerste poging. De oplossing gaat als volgt: 1.44-40! 17-21z 2.40×29 21-26 3.29-23! 26×39 4.23×03 39-44 5.45-40 44×35 6.03-09! 04×13 7.15×04 13-18 8.38-32! 35-40 9.32-28 22×33 10.04×35 W+ [z: ook verliezend is 1…34-39? 2.33×44 10-14? vanwege de krachtige witte zetten 3.32-27! 22-28 4.44-39! 28-32 5.27-22! 32×34 6.22×11 34-39 7.40-34 39×30 8.11-07! 30-34 9.07-02 9-13 10.02-11 en wit wint door overmacht.] De jurybeoordeling overtrof mijn verwachtingen. Er waren een viertal juryleden en ik kreeg de volgende scores: 40 – 94 – 74 – 79. De totaalscore werd bepaald door de twee middelste scores op te tellen (de meest extreme scores werden geschrapt). Zo kwam ik uit op 74 + 79 = 153. 50 punten hoger dus dan mijn eerste composities. Wat nog verrassender was, was dat ik hiermee de eerste plaats won in deze A-categorie! Mijn eerste podiumplaats in een internationale compositiewedstrijd was een feit!

Het is natuurlijk interessant om te bekijken wie mijn concurrenten waren en met welke composities zij meededen. Nummer twee werd Andreas Kuyken! Een hele eer natuurlijk om zo’n uitstekende damproblemist voor te blijven in de eindrangschikking! Het was een close finish aan de top van het klassement, want ook de nummer drie haalde net als Andreas Kuyken 152 punten. Slechts één punt minder dus dan mijn compositie. Nummer 3 werd de voortreffelijke problemist B. Fedorov (de winnaar van het 1e wereldkampioenschap damproblematiek in 2003). Ik laat deze twee prijswinnaars ook zien op diagram.

                  

Diagram 3: Andreas Kuyken                                     Diagram 4: B. Fedorov

Diagram 3 kreeg een beoordeling van 60 – 100 – 76 – 76 punten. In totaal meer dan mijn winnende compositie, maar de extremen worden geschrapt en dan blijft over 76 + 76 = 152. Wit wint door 1.30-25! 36-41 2.25×03 12-17 3.22×13 41-47 4.13-08! 47×16 5.28-23 16-02 6.03-14 02×46 7.14-05 W+. Er zijn zijvarianten, maar die laat ik achterwege. We zien een subtiel eindspel dat fraai bewerkt is met een inleidende dwangzet. Op diagram 4 zien we de compositie van B. Fedorov die een beoordeling kreeg van 58 – 89 – 74 – 78. Via de inmiddels bekende methode bleef over een totaal van 152 punten. Wit wint door 1.19-13! 08×19 2.20-14 22×13 3.14×05 31-37 4.05×23 13-18 5.23×07 37-42 6.43-38 42×24 7.07-16 24-30A 8.45-40 35×44 9.36-31 27×36 10.16×19 W+ A 7…24-29 8.45-40 35×44 9.36-31 27×36 10.16×23 W+. Een fraaie miniatuur met zeer subtiel eindspel.

Al met al dus een close finish. Mijn miniatuur op diagram 2 wint met één punt voorsprong op de nummers 2 en 3 (zie diagram 3 en 4). Ik win mijn eerste internationale wedstrijd en blijf tegelijkertijd veel toppers voor. Er valt nog veel meer te zeggen, maar ik laat het hierbij. In een volgend artikel vertel ik meer over mijn resultaten in de B-categorie, die ook niet onverdienstelijk waren.