Ach, het is maar een spelletje. Regelmatig wordt dit gezegd na een nederlaag. Maak je niet druk, je hebt toch leuk gespeeld. NEE!!! Laten we onszelf nu eens serieus gaan nemen! Ganzenbord is een spelletje, of monopoly, maar dammen is toch veel meer. Dammen is sport! Het gaat om denkvermogen, het voorkomen van fouten en vooral het beter zijn dat je tegenstander. Klinkt logisch, ik vermoed dan ook dat de meeste dammers goedkeurend knikken wanneer iemand roept dat dammen niet zomaar een spelletje is. Toch roepen veel van diezelfde dammers dingen die het tegenovergestelde lijken te bedoelen.
Daarom gaan we eerst maar eens kijken wat de definitie van ‘sport’ is. Wikipedia (oké niet de beste bron, maargoed) noemt vijf kenmerken. De eerste: “Een sport heeft een vastgelegde regelset die bij alle spelers bekend horen te zijn. Deze kunnen over de tijd en de plaats variëren. Toernooien kunnen hun eigen aanvullende regels stellen, maar er is een vaste basisset van overeengekomen en geaccepteerde regels.” Een vastgelegde regelset heeft dammen wel. De zin ‘deze kunnen over tijd en plaats variëren’ is er volgens mij speciaal voor het dammen bijgevoegd, maar voor de rest is dit toch heel duidelijk. Ook de twee volgende kenmerken, er is een competitie-aspect en het wordt beoefend voor het plezier van spelers en-/of toeschouwers, zijn van toepassing op dammen. Het vierde kenmerk is wat vreemd (“Een sport bestaat uit een fysieke of mentale activiteit, uitgevoerd individueel of in teamverband, met of zonder tegenspelers om van te winnen (bijv. voetbal), of om een doel te bereiken (bijv. bergbeklimmen), of om gezondheidsredenen (bijv. zwemmen)”, dus ga ik maar naar het vijfde kenmerk, want daar gaat het me hier eigenlijk om. Er staat: “Het primaire doel van een competitie is om volgens de regels te winnen, en niet om esthetische, artistieke of financiële redenen.”
Herhaling: het gaat om winnen! Het maakt dus niet uit hoe, als het maar wel volgens de regels is. Een echte sportman geeft dus rustig drie schijven weg om op te klok te winnen. Hoewel dit volgens sommigen niet bij de damsport hoort, voldoet het uitstekend aan de kenmerken van sport. Het is volgens de regels en het primaire doel wordt behaald. Het gaat er dus niet om om de mooiste stand te bereiken, of om altijd de beste zet te doen, maar om keiharde overwinningen. Sommige dammers zijn meer wetenschappers, die proberen de waarheid over de stand te leren kennen en op die manier de objectief beste zet te doen (om vervolgens remise te spelen…). Dat is echter niet de houding van een sportman. Het gaat erom dat je wil winnen van je tegenstander, door hem fouten te laten maken. De dammers die niet weten hoe dit moet, raad ik aan het vorig jaar verschenen kampioensboek van DES Lunteren te kopen en het hoofdstuk van topscorer Henk Klarenbeek over ‘kansen pakken’ te bestuderen.
In de discussie over het speeltempo wordt onbewust veelvuldig ontkend dat dammen een sport is. Het spelen met een verkort speeltempo is voor vele dammers uit den boze. En het ‘gewone’ dammen met twee uur bedenktijd voor 50 zetten is toch wel de norm, waarvan niet mag worden afgeweken in belangrijke toernooien. Er zullen, zo is dan de redenering van deze groep dammers, met minder bedenktijd meer fouten worden gemaakt, waardoor het niveau van het spel daalt.
En met deze redenering gaan al deze dammers dus al de mist in. Het niveau van het spel doet er uiteindelijk niet zoveel toe, dammen is immers geen spel, maar een sport waarbij het gaat om winnen en verliezen. Hoe meer fouten er gemaakt worden (beter gezegd, hoe meer fouten er afgedwongen worden), hoe beter het is. Winnen en verliezen, fantastische overwinningen en verschrikkelijke blunders, drama en heroïek. Dat is wat sport mooi maakt. Sneldammen en rapiddammen zijn dus zeker niet minderwaardig, maar vanuit ‘sport-oogpunt’ juist zeer aantrekkelijk. Deze vormen zouden dus ook veel belangrijker moeten worden in de damwereld.
Het is dan ook van de zotte dat het Nederlands kampioenschap sneldammen totaal niet serieus wordt genomen. Het is geen gezelligheidstoernooitje, maar het kampioenschap van dit land. Ik snap werkelijk niet hoe bestuurders die zeggen hun sport serieus nemen, het programma veranderen zodat deelnemers tussendoor televisie kunnen kijken Serieuze deelnemers zullen dit, als echte sportmensen, toch ook niet gewild hebben?
AA