Mij kwam laatst het verslag onder ogen van het jeugdleiderscongres dat op 15 mei 2010 werd georganiseerd door de Jeugdcommissie van de KNDB, in Rosmalen. En het moet gezegd worden dat ik verheugd ben over de visie van de coördinator jeugdzaken van de KNDB, Rob Aartsen. Hij heeft overigens recht van spreken, gezien zijn goede werk voor het jeugddammen (zoals bijvoorbeeld het mede opzetten van de Limburgse Damschool).
In de inleiding van het verslag betoogd hij op een realistische wijze dat de Nederlandse damwereld moet inzetten op de breedtesport en het daarbij behorende kader. Dus niet allereerst op de kwaliteit, maar op de kwantiteit, omdat kwaliteit uit kwantiteit voortvloeit. Ik heb eenzelfde visie al eerder verdedigd in enkele columns op deze site.
Ook passen op deze plaats complimenten aan Cees de Leeuw die in de nabije toekomst DamZ-dagen wil gaan organiseren, en ook bezig is met het zogenaamde WikiPinky. Dit moet een laagdrempelige database worden (in Wikipedia-stijl) waar allerlei informatie is te vinden voor het opzetten van jeugdafdelingen en –toernooien. Dit zijn allemaal lovenswaardige initiatieven. Hopelijk komen al deze mooie ideeën van de grond in regio’s waar helaas weinig dammende jeugd meer is. De al eerder genoemde Limburgse Damschool is wat dat betreft een voorbeeld van hoe het zou moeten, want het jeugddammen in Limburg dat op sterven na dood was heeft daarmee een nieuwe impuls gekregen. Een ander goed voorbeeld die mij te binnen schiet is damvereniging OG Drachten uit Friesland, waar inspanningen voor de jeugd (door o.a. Gabriël Heerema) haar vruchten beginnen af te werpen. En tenslotte ook het al vaker aangehaalde succesverhaal van damclub Ederveen, bij uitstek een goed voorbeeld van een ‘kwantitatieve’ aanpak van het jeugddammen. Immers, zonder kwantiteit geen kwaliteit!
Ik wilde op deze plaats nog wat aanvullingen doen, die met name betrekking hebben op het schooldammen. Schooldammen is immers hét middel om kinderen aan het dammen te krijgen. In Lunteren wordt al vele jaren een (individueel) schooldamkampioenschap georganiseerd door de plaatselijke damvereniging Door Eendracht Sterk. En met succes. Met name basisschool De Wegwijzer (voorheen: Beatrixschool) heeft vele successen behaald met schooldammen, deze school is minstens drie maal in haar bestaan kampioen van Nederland geworden! DES plukte er ook de vruchten van. Hoe kan dat? De sleutel tot succes waren en zijn de wekelijkse trainingen door gepensioneerde (!) dammers. Vroeger Jan Crum sr., opgevolgd door Ben van Beek (de voorzitter van eerder genoemde damclub Ederveen), verzorg(d)en elke week een training van één uur op deze basisschool. Er wordt in dat uur met name gedamd, maar ook worden er enkele basiselementen van het damspel aangeleerd. De jeugd wordt tussen neus en lippen door ook gestimuleerd om te gaan dammen bij de damvereniging. Waar ze vervolgens vaak nog blijven hangen ook (al is daarvoor ook een gezonde portie geluk nodig!).
Gepensioneerde dammers hebben doordeweeks vast wel een uurtje tijd om een damuurtje te verzorgen op een basisschool (al is het alleen maar om een rondtoernooitje te organiseren). En basisscholen willen, zo leert de ervaring, best meewerken om zo’n activiteit mogelijk te maken. Immers, een denksport valt altijd wel te verkopen op een basisschool! Het is toch goed voor de intellectuele ontwikkeling van kinderen? En er zijn genoeg gepensioneerde dammers die dit zouden kunnen doen… en de plaatselijke damvereniging hoeft alleen maar een schooldamtoernooi te houden om de kinderen verder te enthousiasmeren voor het damspel! Me dunkt een ideale combinatie van jong en oud om het (jeugd)dammen nieuw leven in te blazen…
AA
Bedankt voor dit zeer goede verslag op jullie site.
Toch nog een opmerking van mijn kant. Niet alle eer komt mij toe, dat het jeugddammen in Limburg weer van de grond is gekomen. Toen ik de taak op mij nam om jeugdcoordinator van de PLDB te worden, was er al iets gaande in Limburg. Het toenmalige PLDB bestuur ging mee met de KNDB met de start van de verkorte opleiding “Kader traint kader”. Ikzelf deed ook aan deze cursus mee. Er was al een redelijke groep aantal jeugddammers aan het dammen geslagen bij de Vaste Zet onder leiding van Theo Schippers. Er kwamen hierna veel jeugdtoernooien van de grond in Limburg. Langzaam aan deden steeds meer jeugdspelers mee met landelijke wedstrijden, zowel persoonlijk als in teamverband. Om ervoor te zorgen dat ze uiteindelijk ook kans maken om deel te nemen aan de nationale trainingen was het bijbrengen van damkennis op lokaal niveau een eerste vereiste. Hier heeft Frank Verdel, docent van het eerste uur, een belangrijke bijdrage aan gegeven. De start van de Limburgse damschool was een feit. Inmiddels geven nu Theo Schippers en Paul Nitsch les op de damschool. In het bestuur van de damschool zijn ouders van jeugdspelers opgenomen. Zij zijn zeer belangrijk voor ons om de damsport breder te maken. Ouders praten weer met ouders van aankomende jeugd. Dit geeft meer vertrouwen. Inmiddels ben ik jeugdcoördinator af van de PLDB, en is Jacob Slump (vader Jitse Slump) de opvolger van mij geworden. In hem hebben wij met zijn allen heel veel vertrouwen dat er sprake is van continuïteit .
Ik wil nogmaals aangeven dat 1 persoon dit allemaal niet alleen kan. Om zo’n individualistische sport breder te maken, is samenwerking erg belangrijk. Er voor zorgen dat je een goede groep mensen om je heen hebt die van aanpakken weten. Ik ben daarom ook enorm blij dat Jozef Linssen voor mij een zeer goede KNDB jeugdcommissie heeft achtergelaten. Ook met hun proberen we samen iets van de grond te krijgen.