AA 4: Ontwikkelingssamenwerking in de damwereld

5 jan

In mijn vorige column heb ik betoogd dat kader van groot belang is in de damwereld. Concreter, dat we hierop moeten inzetten willen we de damwereld levensvatbaar houden. In deze nieuwe column ga ik nog wat dieper op de zaak in. Helaas moet ik daarvoor eerst een sombere probleemschets geven. Er zit niets anders op. Er zijn in Nederland nog een redelijk groot aantal (actieve) damverenigingen. We zien hierbij echter een constante daling, telkens verdwijnen er verenigingen door fusies of uitsterving. Dat kan komen door het wegvallen van de samenbindende clubman, die alles regelde. Het kan ook komen door vergrijzing, waardoor uiteindelijk een te kleine groep dammers overblijft om een vereniging in stand te houden.  En een eenvoudige constatering is dat het verminderende aantal damverenigingen leidt tot een dalend ledenaantal. Doelstelling van de KNDB is onder meer om een stijgend ledenaantal te bereiken, maar in de praktijk blijkt deze doelstelling niet haalbaar. Integendeel, we dalen harder dan ooit… Er komen echter wel steeds meer clubloze dammers die dammen op Internet, maar dat is een ontwikkeling die ik wellicht nog wel in de toekomst zal bespreken…

De KNDB heeft alweer een aantal jaar geleden het programma Kader traint Kader op poten gezet. Dat was en dat is verheugend, want kader is hard nodig zoals betoogd in mijn vorige column. Laten we echter nog wat verder gaan in de analyse. Wat is een (noodzakelijke) voorwaarde om een stijgend ledenaantal te realiseren? Wat zeker onmisbaar is zijn de damverenigingen waar deze potentiële leden terecht kunnen. Een kleiner wordende populatie van damverenigingen leidt ertoe dat de bestaande damverenigingen alsmaar groter moeten worden om het KNDB-ledenaantal op peil te houden.  Immers, in dorpen of steden waar geen damvereniging (meer) is, daar zullen vrijwel geen nieuwe leden ‘gewonnen’ worden voor het dammen. Het uitsterven van damverenigingen is dus erg slecht voor de damwereld. En als deze noodzakelijke voorwaarde voor ledenwinst verslechtert, dan weet u al wat er gebeurd…

De KNDB moet hoe dan ook inzetten op het behoud van de bestaande damverenigingen. We kunnen het ons in de damwereld niet permitteren dat er nog meer damverenigingen verdwijnen, want dan word ledenwinst een vrijwel onhaalbaar doel. Ik wil dan ook een oproep doen aan alle grote damverenigingen. U kunt in uw omgeving noodlijdende verenigingen helpen overleven! Help bijvoorbeeld bij het opzetten of het instandhouden van een jeugdafdeling. Een voorbeeld hiervan is damvereniging DCE Ederveen. Ongeveer vijf jaar geleden is met hulp van Daniël Merkus (BDSV Barneveld en DES Lunteren) een jeugdafdeling opgezet. Respectievelijk Sander Neutel en Arjen Timmer (beiden DES Lunteren) hebben Merkus hierna opgevolgd. Gevolg is dat anno 2010 een bloeiende jeugdafdeling is bij DCE met een gezonde doorstroom naar de senioren, terwijl er vijf jaar geleden nog niets aan jeugddammen werd gedaan in Ederveen. Over niet al te lange tijd zal Ederveen de jeugdafdeling zonder hulp van de Lunterse buren gaan ‘runnen’ en komt er een eind aan dit ‘ontwikkelingstraject’.

Bovendien speelt de eerste opgeleide jeugdspeler van Ederveen (Gijsbert Thomassen), naast provinciale en onderlinge wedstrijden bij zijn eigen vereniging, ook wedstrijden in de landelijke competitie in het derde team van DES. Zo heeft samenwerking dus voordelen voor beide damverenigingen! Zulke vormen van ontwikkelingssamenwerking zijn verheugend en helpen de populatie damverenigingen ten minste op een stabiel niveau te houden. Dit verdient navolging! Het is ook heel wat beter dan het volledig ‘wegplukken’ van (jeugd)spelers bij andere (buur)verenigingen. In dat laatste geval ben je als vereniging verkeerd bezig.

AA

One Reply to “AA 4: Ontwikkelingssamenwerking in de damwereld”

Gesloten voor reacties.